Working Equitation is een veelzijdige discipline binnen de paardensport die ontstaan is in Zuid Europa. De oorsprong van deze discipline ligt in het werk met de paarden op het land en het drijven van vee. Daarnaast kent de sport ook culturele invloeden die nog steeds terug te zien in de sport, bijvoorbeeld in de kleding, optoming en muziek stijl. 

Tijdens een wedstrijd laten ruiter en paard tijdens vier verschillende onderdelen hun niveau van africhting zien. 

1. Dressuurproef
2. Stijltrail: een parcours met obstakels die men kan tegenkomen bij het werken op het land en met het vee
3. Speedtrail: hetzelfde parcours, waar nu de snelheid de belangrijkste rol speelt
4. Runderwerk: het drijven van een rund binnen een afgescheiden ruimte (bijv een binnenbak)

 

Een goede dressuurmatige basis is noodzakelijk bij het rijden van de trails en het runderwerk. Paarden moeten licht aan de hulpen staan, wendbaar zijn en moedig. In de hoogste klasse (Masters) worden alle wedstijdonderdelen ook nog eens eenhandig gereden. Teamwork en vertrouwen in elkaar zijn essentieel.

Iedereen die op een praktische speelse manier zijn/haar paard wil trainen kan met Working Equitation uit de voeten. Wat voor soort of type paard je hebt, maakt dus niet uit. 

(bron: www.trec-club.nl, www.workingequitationholland.nl)